Trauma en stressor gerelateerde stoornissen

Posttraumatische stressstoornis (PTSS)

Een posttraumatische stressstoornis (PTSS) kan ontstaan wanneer je één of meerdere schokkende gebeurtenissen hebt meegemaakt zoals bijvoorbeeld een ernstig verkeersongeluk, een brand, het overlijden van een voor jou belangrijk persoon, seksueel misbruik of geweld (thuis). Een trauma ontstaat doordat je zo’n gebeurtenis niet goed verwerkt hebt.

Een complex trauma kan ontstaan wanneer je langdurig emotioneel, lichamelijk en/of seksueel mishandeld bent geweest. Ook een uitzending naar een oorlogssituatie kan tot een (complex) trauma leiden. De gebeurtenis(sen) is/zijn zo schokkend dat je hier blijvend last van hebt op meerdere levensgebieden (functioneren in werk, interpersoonlijke relaties, familie, partner, kinderen, etc.)

Traumatische ervaringen kunnen leiden tot problemen met jezelf of met je omgeving. Je hebt bijvoorbeeld minder controle over je gevoelens en gedrag. Er is sprake van een grotere kwetsbaarheid of gevoeligheid. Soms trek je je terug en ben je somber of je wordt juist enorm druk en verwacht (te) veel van jezelf.

Wat merk je:

  • Je hebt last van lichamelijke klachten, woede, schaamte, hyperactiviteit.
  • Je hebt moeizaam contact met vrienden en/of familie.
  • Je hebt last van nachtmerries, concentratieproblemen, herbelevingen (steeds het gevoel dat het opnieuw gebeurd).
  • Je bent prikkelbaar, je voelt je onbegrepen en miskend.
  • Je last van spanningsklachten.
  • Je bent schrikachtig, dromerig en/of teruggetrokken.
  • Je leeft geïsoleerd, je hebt relatieproblemen en/of problemen op het werk.
  • Je gebruikt (te) veel alcohol en drugs om de nare gebeurtenissen weg te drukken.

 

Behandelmogelijkheden bij Spoor 1

Psycho-educatie: hierbij word je voorgelicht over (het ontstaan van) de stoornis en de symptomen die je kunt hebben, doormiddel van voorbeelden, metaforen, filmmateriaal en/of oefeningen.

E-health: doormiddel van tests, educatie, dagboeken, oefeningen en modules kun je thuis digitaal aan de slag met je klachten. Deze informatie/oefeningen komen vanuit verschillende modellen zoals CGT (cognitieve gedragstherapie) en ACT (acceptatie en commitment therapie).

Eye Movement Desensitization & Reprocessing (EMDR): door nare gebeurtenissen die je in je leven hebt meegemaakt kun je je nu nog steeds onveilig of machteloos voelen. Met EMDR wordt er gekeken naar deze gebeurtenissen en wordt er geprobeerd de emotionele lading van deze herinnering te verminderen. De therapeut zal samen met jou kijken naar een (van de) nare gebeurtenis(sen). Eerst wordt er informatie verzameld over de traumatische beleving. Je wordt gevraagd de gebeurtenis opnieuw voor de geest te halen. Tegelijkertijd wordt er een afleidende stimulus gebruikt (e.g. oogbewegingen, geluid, tapjes, buzzers). Na EMDR merk je meestal op dat je klachten verdwijnen, omdat de gebeurtenis minder impact op je heeft.

Cognitieve gedragstherapie (CGT): samen met de therapeut ga je het protocol ‘imaginaire exposure’ doorlopen. Tijdens deze traumatherapie ga je samen de gebeurtenis terughalen in een veilige omgeving. Je vertelt tijdens de sessies over jouw trauma, je herbeleeft het, zoveel mogelijk in details. Dit kan tegenstrijdig voelen, liever probeer je het te vermijden. Maar juist door het vermijden, wordt het trauma vaak op de lange termijn erger. Tijdens de het ophalen van het trauma kan het zijn dat er geluidsopnames worden gemaakt van de door jou vertelde herinnering. Er word je gevraagd dit thuis terug te luisteren.

Imaginaire Rescripting (IR): therapie Tijdens de behandeling Imaginaire Rescripting wordt er steeds een klein deel van je herinnering aan een traumatische ervaring opgeroepen. Binnen deze techniek wordt je herinnering samen met je therapeut als het ware herschreven. Je beeldt je in hoe je zou willen dat de gebeurtenis afloopt en je verbeeldt je ook dat je dit uitvoert. Hierbij maak je contact met je eigen behoeften, maar leer je ook om gedrag te verbinden aan je gevoel. Je leert bijvoorbeeld om gevoelens van machteloosheid of boosheid als het ware handen en voeten te geven en hiermee om te gaan.

Ontspannende therapie (relaxation therapy): relaxatie therapie is een vorm van therapie die je leert te ontspannen. Lichamelijke, geestelijke of emotionele spanningen kunnen je dagelijkse functioneren verstoren en kunnen leiden tot lichamelijke of emotionele klachten. Angst kan leiden tot lichamelijke klachten en veel spanning. Relaxatie therapie begint met het stap voor stap laten ontspannen van je hele lichaam. Andere ontspanningsoefeningen kunnen zich richten op je ademhaling, bewustwording van je lichamelijke sensaties en emoties, meditatie en mindfulness.

Narratieve Exposure Therapie (NET): bij NET staat je levensgeschiedenis centraal. NET is specifiek ontwikkeld voor PTSS en vooral bij meervoudige nare gebeurtenissen. Er wordt na een uitgebreide uitleg (psycho-educatie) een levenslijn op de grond uitgelegd. De levenslijn wordt doorgewerkt door narratieve exposure (erover praten). Van iedere bijeenkomst wordt een verslag opgesteld, in de ‘ik-vorm’ en in de verledentijd. Deze wordt aan het begin van de volgende sessie voorgelezen. De verslagen worden samengevat in een document die je aan het einde van de therapie overhandigd krijgt (levensdocument).

Wil je meer weten?
https://nedkad.nl/voor-patienten-en-belangstellenden/trauma/

https://www.ggzrichtlijnen.nl/