Er zijn heel veel verschillende soorten neurobiologische problemen. De meest bekende zijn autisme en ADHD. Maar ook tics of leerproblemen vallen hieronder. Neurobiologische ontwikkelingsproblematiek is dus heel divers en uit zich ook op verschillende manieren.
Bij neurobiologische ontwikkelingsproblematiek zijn er vanaf de vroege kindertijd al kenmerken. Dit komt omdat de verwerking van informatie in de hersenen anders verloopt. Maar dit wil niet zeggen dat neurobiologische ontwikkelingsproblemen alleen in de kindertijd vastgesteld kunnen worden of alleen in de kindertijd voorkomen. Veel volwassenen ontdekken op latere leeftijd dat hun ervaringen passen bij neurobiologische ontwikkelingsproblematiek.
Waaraan herken je ADHD?
- Je hebt moeite met concentreren
- Je voelt je vaak rusteloos of bent hyperactief
- Op school of in je werkzaamheden belemmeren de concentratieproblemen of rusteloosheid je
Spoor 1 doet geen diagnostiek naar ADHD
Waaraan herken je autisme?
- Je omgeving of jij merkt dat contacten met anderen anders of moeizaam verlopen
- Je hebt moeite met onverwachte veranderingen
- Je bent overgevoelig of juist veel minder gevoelig voor prikkels
- In het dagelijks leven wordt je belemmerd door je klachten
Spoor 1 doet geen diagnostiek naar ASS en behandelt ASS niet als hoofddiagnose
Neurobiologische ontwikkelingsproblematiek ontstaat mede door een anders verlopende verwerking van informatie door de hersenen. Erfelijke factoren kunnen hier een rol spelen.
Welke problemen kun je ervaren?
Neurobiologische ontwikkelingsproblemen zijn er in verschillende vormen. Ook in welke mate dit van invloed is op je dagelijks leven, verschilt per persoon. Aan de hand van jouw vragen, kunnen we samen bekijken welke vorm van behandeling of begeleiding het beste bij jou past.
De meest voorkomende neurobiologische ontwikkelingsproblemen binnen Spoor 1 zijn:
Je verwerkt informatie op een andere manier dan andere kinderen. Dat kan je dagelijks leven ernstig belemmeren, vooral in sociale contacten.
Spoor 1 doet geen diagnostiek naar ASS en behandeld ASS niet als hoofddiagnose
Je raakt snel afgeleid en kunt je moeilijk concentreren. Misschien ben je ook vaak hyperactief en maak je impulsieve keuzes.
Spoor 1 doet geen diagnostiek naar ADHD
Behandelmogelijkheden ADHD binnen Spoor 1
Het feit dat er een verklaring is voor de jarenlange klachten die je hebt gehad, kan al een opluchting zijn. Jij (en je partner) krijgen uitleg over de diagnose (symptomen), oorzaak, erfelijkheid, mogelijk bijkomende stoornissen en de gevolgen van ADHD op je relatie, studie en werk. Ook wordt uitleg gegeven over de medicatie.
Goed ingestelde medicatie vormt de hoeksteen voor je behandeling. Omdat je de stoornis al je hele leven lang hebt en nog steeds niet goed functioneert, wordt na je diagnose in overleg vrij snel met medicijnen gestart. De medicijnen helpen je om rustiger en geconcentreerder te worden. De medicijnen genezen ADHD niet. Als je stopt, komen de verschijnselen van ADHD weer terug. De psychiater adviseert je bij de keuze.
- Psycho-educatie
- Praktische hulp (bij je financiën, ordenen administratie en organiseren van je huishouden)
- Vaardigheden verbeteren en grip krijgen op je toekomst.
- Plannen en structureren van je dagelijkse leven (met hulpmiddelen zoals: een agenda, timer, prikbord en dag- en weekschema’s)
Je neemt samen met je therapeut je denkpatronen en kerngedachten onder de loep. Het doorbreken van je denkpatronen en (irreële) overtuigingen staan op de voorgrond, gericht op de wisselwerking tussen een gebeurtenis, je gedachten, je gevoelens, gedrag en de gevolgen van je gedrag. Bepaald probleemgedrag kan je hiermee aanpakken, bijvoorbeeld impulsief geld uitgeven of negatief denken over jezelf.
Behandelmogelijkheden ASS binnen spoor 1
Hierbij word je voorgelicht over (het ontstaan van) de stoornis en de symptomen die je kunt hebben, doormiddel van voorbeelden, metaforen, filmmateriaal en/of oefeningen.
Je neemt samen met je therapeut je denkpatronen en kerngedachten onder de loep. Het doorbreken van denkpatronen en (irreële) overtuigingen staan op de voorgrond, gericht op de wisselwerking tussen een gebeurtenis, je gedachten hierover, je gevoelens, gedrag en gevolgen van dat gedrag.
Deze therapie is een relatief nieuwe vorm van gedragstherapie. De therapie is gericht op het vergroten van de psychologische flexibiliteit door zich te richten op het veranderen van de relatie met je gedachten en het aanvaarden van pijn. Er wordt o.a. gekeken naar de strategieën die je inzet om je emoties en pijn te controleren. Wat heb je allemaal al geprobeerd om van je klachten af te komen? Helpt dat? Samen met je therapeut kijk je naar alternatieve strategieën met het oog op wat jij belangrijk vindt. Onderdelen zijn het leren omgaan met stress en spanning, bevorderen van zelfacceptatie en leren om tekorten te compenseren die niet veranderd kunnen worden.
Medicijnen kunnen nuttig zijn om je bijkomende klachten (angst, dwang, drang, depressie, slaapproblemen, agressie, verslaving) te kunnen behandelen. Moderne antidepressiva komen in aanmerking bij depressieve of dwangklachten. (Atypische) antipsychotica kunnen in sommige gevallen in lage doseringen je gevoeligheid voor prikkels verminderen en je zo meer stabiliteit geven.