Posttraumatische stressstoornis (PTSS)
Een posttraumatische stressstoornis (PTSS) kan ontstaan wanneer je één of meerdere schokkende gebeurtenissen hebt meegemaakt zoals bijvoorbeeld een ernstig verkeersongeluk, een brand, het overlijden van een voor jou belangrijk persoon, seksueel misbruik of geweld (thuis). Een trauma ontstaat doordat je zo’n gebeurtenis niet goed verwerkt hebt.
Een complex trauma kan ontstaan wanneer je langdurig emotioneel, lichamelijk en/of seksueel mishandeld bent geweest. Ook een uitzending naar een oorlogssituatie kan tot een (complex) trauma leiden. De gebeurtenis(sen) is/zijn zo schokkend dat je hier blijvend last van hebt op meerdere levensgebieden (functioneren in werk, interpersoonlijke relaties, familie, partner, kinderen, etc.)
Traumatische ervaringen kunnen leiden tot problemen met jezelf of met je omgeving. Je hebt bijvoorbeeld minder controle over je gevoelens en gedrag. Er is sprake van een grotere kwetsbaarheid of gevoeligheid. Soms trek je je terug en ben je somber of je wordt juist enorm druk en verwacht (te) veel van jezelf.
Waaraan herken je Trauma en Stressstoornissen?
- Je beleeft de nare herinnering steeds opnieuw
- Je vermijdt situaties om niet aan je nare herinnering te hoeven denken
- Je hebt last van nachtmerries en slaapt slecht
- Bepaalde triggers kunnen ervoor zorgen dat je de (psychische of lichamelijke) pijn steeds opnieuw heel intens beleeft
- Je bent prikkelbaar, snel boos en kunt je slecht concentreren
- Je bent overdreven waakzaam en schrikt snel
- Sommige mensen hebben ook last van depressieve klachten
- Je hebt geen zin meer in dingen die je eerst leuk vond om te doen en wilt minder contact met andere mensen
Ook als je niet het slachtoffer was, maar er getuige van bent geweest, kun je daar klachten aan overhouden. Bij zo’n ervaring hoort vanzelfsprekend een verwerkingsproces, bij de meeste mensen verdwijnen de emotionele gevolgen van een trauma na enkele maanden. Als de klachten bij jou echter langer aanhouden en je leven ernstig blijven verstoren, dan kan het nodig zijn om hulp te zoeken.
Welke problemen horen bij trauma en stressstoornissen?
Als je iets engs of schokkends (een traumatische gebeurtenis) meemaakt en dat niet goed verwerkt, dan kun je PTSS (posttraumatische stressstoornis) ontwikkelen. Het voelt dan alsof de nare gebeurtenis je achtervolgt met nachtmerries en levensechte herinneringen (flashbacks). Je kunt je hierdoor zo slecht voelen dat het moeilijk is om de dagelijkse dingen te doen.
Sommige mensen maken schokkende dingen mee. Zoals een ramp, een oorlog, of een verkeersongeluk. Misschien ben je mishandeld of misbruikt. Of ben je opeens een dierbare verloren. Ook kan je door je werk geweld of schokkende gebeurtenissen meemaken.
Na aanleiding van trauma of sensoren er spaken kan er lijdensdruk zijn en/ of kun je gehinderd worden in je dagelijks functioneren. Wanneer deze klachten niet volledig voldoen aan PTSS is er sprake van een trauma- of stressorgerelateerde stoornis
Behandelingen
Hoe jouw behandeling eruit ziet, hangt volledig af van wat je aankunt en nodig hebt. Afhankelijk van wat je hebt meegemaakt en hoe dit jouw leven beïnvloedt, zijn er veel mogelijke behandelingen. Samen kijken we welke behandeling het beste past en hoelang deze zal duren.
Beslissingen nemen we samen en we kijken samen wat werkt.
Hierbij word je voorgelicht over (het ontstaan van) de stoornis en de symptomen die je kunt hebben, doormiddel van voorbeelden, metaforen, filmmateriaal en/of oefeningen.
Door middel van tests, educatie, dagboeken, oefeningen en modules kun je thuis digitaal aan de slag met je klachten. Deze informatie/oefeningen komen vanuit verschillende modellen zoals CGT (cognitieve gedragstherapie) en ACT (acceptatie en commitment therapie).
Door nare gebeurtenissen die je in je leven hebt meegemaakt kun je je nu nog steeds onveilig of machteloos voelen. Met EMDR wordt er gekeken naar deze gebeurtenissen en wordt er geprobeerd de emotionele lading van deze herinnering te verminderen. De therapeut zal samen met jou kijken naar een (van de) nare gebeurtenis(sen). Eerst wordt er informatie verzameld over de traumatische beleving. Je wordt gevraagd de gebeurtenis opnieuw voor de geest te halen. Tegelijkertijd wordt er een afleidende stimulus gebruikt (e.g. oogbewegingen, geluid, tapjes, buzzers). Na EMDR merk je meestal op dat je klachten verdwijnen, omdat de gebeurtenis minder impact op je heeft.
Samen met de therapeut ga je het protocol ‘imaginaire exposure’ doorlopen. Tijdens deze traumatherapie ga je samen de gebeurtenis terughalen in een veilige omgeving. Je vertelt tijdens de sessies over jouw trauma, je herbeleeft het, zoveel mogelijk in details. Dit kan tegenstrijdig voelen, liever probeer je het te vermijden. Maar juist door het vermijden, wordt het trauma vaak op de lange termijn erger. Tijdens de het ophalen van het trauma kan het zijn dat er geluidsopnames worden gemaakt van de door jou vertelde herinnering. Er word je gevraagd dit thuis terug te luisteren.
Therapie Tijdens de behandeling Imaginaire Rescripting wordt er steeds een klein deel van je herinnering aan een traumatische ervaring opgeroepen. Binnen deze techniek wordt je herinnering samen met je therapeut als het ware herschreven. Je beeldt je in hoe je zou willen dat de gebeurtenis afloopt en je verbeeldt je ook dat je dit uitvoert. Hierbij maak je contact met je eigen behoeften, maar leer je ook om gedrag te verbinden aan je gevoel. Je leert bijvoorbeeld om gevoelens van machteloosheid of boosheid als het ware handen en voeten te geven en hiermee om te gaan.
Bij NET staat je levensgeschiedenis centraal. NET is specifiek ontwikkeld voor PTSS en vooral bij meervoudige nare gebeurtenissen. Er wordt na een uitgebreide uitleg (psycho-educatie) een levenslijn op de grond uitgelegd. De levenslijn wordt doorgewerkt door narratieve exposure (erover praten). Van iedere bijeenkomst wordt een verslag opgesteld, in de ‘ik-vorm’ en in de verledentijd. Deze wordt aan het begin van de volgende sessie voorgelezen. De verslagen worden samengevat in een document die je aan het einde van de therapie overhandigd krijgt (levensdocument).
Medicatie kan klachten helpen te verminderen. Aan de hand van een gesprek met de psychiater van Spoor 1 krijg je hier voorlichting over en kun je kiezen voor medicatie.